Verhouding kosten producten binnen programma

Financien Naar programmabegroting

Wat willen we bereiken?

Voor het programma Onderwijs en Jeugd is de volgende strategische doelstelling geformuleerd:

Iedereen ontwikkelt zich naar vermogen tot een volwaardig inwoner van onze samenleving.

Deze strategische doelstelling is voor het collegeproduct ‘adequate leeromgeving’ vertaald naar een concretere tactische doelstelling: ‘het behouden en waar nodig versterken van een adequate leeromgeving’.

De ontwikkeling van de resultaten op deze tactische doelstelling wordt gevolgd met de volgende indicator: Actueel Integraal HuisvestingsPlan.

Bedragen x 1000

IndicatorJR 20162018201920202021
N.N.B.0,001,001,001,001,00
De waarde van 1,00 voor deze indicator betekent dat er in 2017 een integraal huisvestingsplan is opgesteld. Dit plan wordt in 2019 geactualiseerd.

Wat gaan we daarvoor doen?

Huisvesting

In het eerste halfjaar van 2017 zijn de contouren zichtbaar geworden van het strategische huisvestingsplan(*) dat door de schoolbesturen is opgesteld. Dit huisvestingsplan is gebaseerd op een zogenoemd spreidingsplan. Het huisvestingsplan bevat per locatie een overzicht van de beoogde investeringen voor deze locatie. Voor de nadere uitwerking hiervan wordt op dit moment gedacht aan een budgetovereenkomst voor ieder schoolbestuur. In een dergelijke budgetovereenkomst zouden o.a. de financiering, de bijdragen van het schoolbestuur en de wijze waarop de besteding wordt verantwoord worden vastgelegd.

Deze gewijzigde methodiek is gebaseerd op planvorming en meerjarige budgetgaranties. Hiervoor is zowel consensus tussen de gemeente Venlo en de individuele schoolbesturen noodzakelijk als consensus tussen de schoolbesturen onderling. De overeenstemming (consensus) tussen al deze partners komt tot stand door in te stemmen met de budgetovereenkomst die verwijst naar het gezamenlijke huisvestingsplan. Dit plan is na ondertekening (start) voor een periode van vier jaar bindend voor alle partners. In het verlengde hiervan worden de investeringen die in de meerjarenplanning zijn beschreven, iedere twee jaar bevestigd voor de volgende vier jaren. Er is dus sprake van een voortschrijdende meerjarige investeringsplanning. Een eventuele bijstelling is mogelijk, bijvoorbeeld ten aanzien van het tempo van de uitvoering of als gevolg van gewijzigde omstandigheden.

Op het moment dat deze productenbegroting is opgesteld waren de (constructieve) gesprekken met de schoolbesturen over de uitwerking van het strategische huisvestingsplan en het concept van budgetovereenkomsten nog gaande.

(*) Een strategisch onderwijshuisvestingsplan is een Integraal HuisvestingsPlan (IHP) waarin ook de strategische keuzes van de schoolbesturen worden ‘meegenomen’. Het doel is om per stadsdeel te komen tot een toekomstbestendige onderwijshuisvesting. Het plan wordt in overleg met de gezamenlijke schoolbesturen primair onderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs opgesteld. Doordecentralisatie van huisvestingsmiddelen is een optie die in het kader van het strategische huisvestingsplan is meegenomen.

Vanaf 2015 is onze verantwoordelijkheid op het gebied van huisvesting aanzienlijk gewijzigd. Voor het primair onderwijs beperkt de gemeentelijke huisvestingsplicht zich tot de volgende aspecten:

  • Nieuwbouw;
  • Uitbreiding;
  • Ingebruikneming;
  • Verplaatsing;
  • Eerste inrichting onderwijsleerpakket en meubilair;
  • Medegebruik;
  • Herstel/vervanging van schade ingeval van bijzondere omstandigheden.

De gewijzigde verantwoordelijkheid dient behalve in de onderwijswetgeving ook tot uitdrukking te komen in een aanpassing van de ‘Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Venlo 2010’. De VNG heeft de wetswijziging gebruikt om de modelverordening tekstueel te herzien en waar mogelijk te dereguleren en te vereenvoudigen. Zodra het Op Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO) met de schoolbesturen voor primair onderwijs is afgerond en er duidelijkheid is over het afsluiten van budgetovereenkomsten als doordecentralisatievariant, zullen wij de nieuwe verordening aan de raad ter vaststelling voorleggen. Evenals de generieke uitgangspunten die hun financiële vertaling krijgen in de budgetovereenkomsten.

Invulling van de Wet passend onderwijs moet ertoe leiden dat meer leerlingen 'thuisnabij' passend onderwijs gaan volgen. Scholen hebben de afgelopen jaren veel aan structuren gewerkt en hebben kennis en ervaring opgedaan. De daadwerkelijke effecten van passend onderwijs moeten de komende jaren vorm en inhoud krijgen en zullen ook zichtbaar moeten worden in het strategische onderwijshuisvestingsplan.

Voor MFA Op de Berg wordt in 2018 een krediet beschikbaar gesteld voor de realisering van een combinatie van school, gymzaal, huis van de wijk en kinderopvang met C2C ambitie. De gemeente Venlo investeert hierbij in het gebouw waarbij voor o.a. de duurzame maatregelen subsidies en bijdragen van derden wordt gevraagd. Op basis van een uitgewerkt voorlopig ontwerp inclusief de financiële vertaling van kosten en dekking, kan het college de definitieve GO voor het project verlenen. Hier is randvoorwaardelijk dat er subsidies en bijdragen van derden zijn ontvangen om de C2C ambitie te financieren (hierbij is uitgegaan van een bijdrage van € 50.000 structureel vanaf 2021).

Het voortgezet onderwijs krijgt de komende jaren te maken met een krimp van leerlingenaantallen. Hoewel de gemeente de huisvesting (en de middelen) van het voortgezet onderwijs heeft door gedecentraliseerd, worden deze ontwikkeling en de consequenties daarvan nauwlettend gevolgd.

Onderwijshuisvesting schakelklassen

In nauw overleg met de schoolbesturen voor primair onderwijs wordt de huidige lijn om statushouders binnen bestaande schoollocaties te integreren en te huisvesten gecontinueerd.

In Venlo (Valuascollege) is een Internationale Schakel Klas (ISK) voorziening ingericht welke voortgezet onderwijs biedt aan niet-Nederlandstalige kinderen die in Venlo of Peel en Maas wonen. Deze voorziening heeft een capaciteit van 8 groepen van 18 leerlingen. Kinderen uit Venray en Horst gaan naar de ISK- voorziening in Hegelsom die in 2016 is gestart. De gevolgen van de sluiting van het AZC in Venlo en de sluiting van de AZC-locatie in Blitterswijck wat niet was voorzien, worden in 2017 in samenspraak met de betrokken Noord-Limburgse gemeenten en schoolbesturen OGVO en LVO uitgewerkt. In gezamenlijkheid is in 2016 gewerkt aan het opbouwen van voldoende capaciteit van een ISK-voorziening en in gezamenlijkheid dient ook gewerkt te worden aan het opvangen van de mogelijke gevolgen voor het onderwijs in de ISK-voorzieningen als gevolg van de sluiting van AZC-locaties.

Op dit moment hebben wij zeer beperkt zicht op het aantal statushouders in de leeftijd van 4-12 jaar dat in Venlo wordt gehuisvest. Ook in de achtergrond van deze kinderen hebben wij geen inzicht. Daarom kan er ook nu nog geen inschatting worden gemaakt van het aantal schakelklassen dat noodzakelijk is. Voor stadsdeel Venlo geldt dat we zoveel als mogelijk gebruik zullen maken van de vrijgekomen AZC-schakelklassen. Hierdoor kunnen wij ‘optimaal’ gebruik maken van de investeringen die zijn gedaan en de ervaringen die zijn opgedaan bij de opvang van die vluchtelingen.

Bewegingsonderwijs

Het faciliteren van bewegingsonderwijs is een specifiek onderdeel van onze verantwoordelijkheid op het gebied van onderwijshuisvesting. Via deze verantwoordelijkheid wordt een belangrijk deel van de sportinfrastructuur (mede) bekostigd. Hier ligt een relatie met programma 7 Sport- en Cultuurbevordering.

De wens van het rijk was om ieder kind drie uur per week bewegingsonderwijs aan te bieden. Deze ambitie lijkt onhaalbaar en onbetaalbaar. Toch ligt er hier een belangrijke relatie tussen sport-, onderwijs- en (preventief) jeugdbeleid. Door de inzet van sportconsulenten streven wij ernaar dat in 2018 alle basisscholen een beweegvriendelijk schoolplein hebben. Op deze manier komen kinderen voldoende in aanraking met bewegen en dit draagt eraan bij dat kinderen een gezonde leefstijl ontwikkelen.

Bewegen op school wordt verder in een bredere context geplaatst. Bijvoorbeeld in de context van de weerbaarheid van jeugdigen, de overgang van primair- naar voortgezet onderwijs, het voorkomen van pestgedrag en het bevorderen van een gezonde leefstijl (voorkomen van overgewicht, Jongeren Op Gezond Gewicht). De sportconsulent speelt een belangrijke rol in de uitvoering hiervan door groepsleerkrachten te ondersteunen, te begeleiden en weerbaarheidstrainingen te geven voor leerlingen met weinig zelfvertrouwen. Ook hier ligt een relatie met programma 7 Sport- en Cultuurbevordering.

Voor de vervangende nieuwbouw voor het bewegingsonderwijs van de gymzaal Hoogstraat in Tegelen in C2C uitvoering wil het college een verruiming van het krediet in 2018 toekennen. Indien het rijk ter uitvoering van een EU-richtlijn besluit tot het wijzigen van de kostprijsverhogende BTW voor sportaccommodaties, dan zal het college heroverwegen om dit krediet eerder toe te kennen.

Leerlingenvervoer

De Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op de expertisecentra maken de gemeente verantwoordelijk voor het (laten) organiseren van vervoer voor kinderen die daarvoor in aanmerking komen. Dit is verankerd in de Verordening leerlingenvervoer gemeente Venlo.

Bij de wijziging van de verordening leerlingenvervoer heeft het bevorderen van de zelfredzaamheid van jongeren centraal gestaan. De verplaatsing van de islamitische basisschool met ingang van augustus 2017 is vanwege vergunningtechnische redenen niet haalbaar gebleken. Dit heeft tot gevolg dat de hiervoor geraamde besparing op leerlingenvervoer van € 57.000 niet wordt gerealiseerd. De daadwerkelijke verplaatsing zal waarschijnlijk rond de jaarwisseling naar 2018 plaatsvinden.

Alle Noord-Limburgse gemeenten (m.u.v. Mook en Middelaar) hebben deel genomen aan de Europese aanbesteding leerlingenvervoer. Het contract loopt van 1 augustus 2017 tot 1 augustus 2020. Dit met het oog op de integratie van het leerlingenvervoer in het doelgroepenvervoer met ingang van deze datum. Door deze gezamenlijke aanpak kunnen maximale synergievoordelen worden behaald. Het uiteindelijke financiële effect kan op dit moment nog niet worden berekend. Bij de aanbesteding is aan de mogelijke opdrachtnemers namelijk de maximale vrijheid toegekend om combinaties van personenstromen te maken. Het doel is het maximaal benutten van de beschikbare buscapaciteit op de schaal van Noord-Limburg. Hierdoor kan een efficiënte ritplanning worden gemaakt en kunnen de kosten zo laag mogelijk worden gehouden.