Verhouding kosten producten binnen programma

Financien Naar programmabegroting

Wat willen we bereiken?

Voor het programma Onderwijs en Jeugd is de volgende strategische doelstelling geformuleerd:

Iedereen ontwikkelt zich naar vermogen tot een volwaardig inwoner van onze samenleving.

Deze strategische doelstelling is voor het collegeproduct ‘competentieontwikkeling’ vertaald naar een concretere tactische doelstelling: 'het faciliteren van de persoonlijke ontwikkeling van onze inwoners'.

Het is ons streven om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk, liefst alle, jongeren uit Venlo het onderwijs verlaten en de arbeidsmarkt betreden met minimaal een startkwalificatie. Voor sommige jongeren is een startkwalificatie niet haalbaar. Voor deze jongeren moeten wij ervoor zorgen dat zij zo gekwalificeerd mogelijk richting (passende) arbeid gaan. Om dit mogelijk te maken, moeten zo vroeg mogelijk eventuele belemmeringen daarvoor worden gesignaleerd en aangepakt. Een zeer belangrijk onderwerp daarbij is de taalverwerving van (jonge) kinderen.

De ontwikkeling van de resultaten op de geformuleerde tactische doelstelling wordt gevolgd met de volgende indicatoren:

Bedragen x 1000

IndicatorJR 20162018201920202021
N.N.B.0,000,000,000,000,00
Over 2016 zijn geen gegevens beschikbaar uit de stadspeiling.
N.N.B.0,000,000,000,000,00
Over 2016 zijn geen gegevens beschikbaar uit de stadspeiling.
N.N.B.0,0090,0090,0090,0090,00
Het streven is dat 90% van de VVE-doelgroep ook daadwerkelijk een VVE- locatie (peuterspeelzaal of kinderdag verblijf) bezoekt voor 10 uur per week.

Wat gaan we daarvoor doen?

Voorkomen voortijdig schoolverlaten

Venlo is voor de VSV-aanpak contactgemeente voor RMC-regio 38 (Noord- en Midden-Limburg). Deze regio scoort (2016) met een percentage van 1.5 beter dan het landelijke gemiddelde van 1.8. De gemeente Venlo scoort met een percentage van 2.06 slechter dan het landelijk gemiddelde.

Het terugdringen van het aandeel voortijdig schoolverlaters in onze gemeente stagneert. De oorzaak hiervan ligt in een verzwaring van individuele casussen (multiproblem) en de uitbreiding van de doelgroep die niet gepaard is gegaan met een verhoging van de middelen.

De doelgroep (VSV-aanpak en RMC-coördinatie) is in 2016 uitgebreid met jongeren in een kwetsbare positie. Dit zijn leerlingen die uitstromen uit het Praktijkonderwijs, het Voortgezet Speciaal Onderwijs, het Entreeonderwijs en de voortijdig schoolverlaters uit eerdere schooljaren.

Hoewel het aandeel binnen onze gemeente boven het landelijk gemiddelde ligt, is het aantal voortijdig schoolverlaters in de afgelopen jaren aanzienlijk afgenomen. Het programma Aanval op de schooluitval 2012-2016 ligt aan de basis van het succes van de afgelopen jaren. De kern van deze aanpak is de intensieve samenwerking tussen onderwijsbesturen, scholen en gemeenten door leerplicht- en RMC-consulenten. Wij zullen deze aanpak in de komende periode verder voortzetten en zo mogelijk uitbouwen.

Het ministerie van OCW heeft de doelen voor de periode 2017-2020 aangescherpt. Het ministerie heeft als landelijke doelstelling geformuleerd: maximaal 20.000 voortijdig schoolverlaters. Dit is 5.000 voortijdig schoolverlaters minder dan de voorgaande doelstelling. Het ministerie wil ook de regionale samenwerking tussen onderwijs en het arbeid- en zorgdomein versterken. Het gaat bijvoorbeeld om het versterken van de verbinding tussen de arbeidsmarkt en de RMC-coördinatie.

In 2017 zijn wij verder gegaan met het opstellen van een beleidsnota onderwijs. Als gemeente zijn wij niet verantwoordelijk voor de kwaliteit (inhoud) van het geboden onderwijs en de beleidsnota heeft dan ook niet deze strekking. Wat we met de beleidsnota duidelijk willen maken, is dat onderwijs ‘loont’ en in alle gevallen zou moeten zijn gericht op het verkrijgen van arbeid/inkomen en/of participatie/meedoen. Hierbij zoeken wij naar het dragen van een gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeente, schoolbesturen, ouders en leerlingen.

Peuterspeelzaalwerk/VVE

Gemeenten en rijk spannen zich vanaf 2016 extra in om het aantal peuters dat een peuterspeelzaal bezoekt te laten toenemen. Het bezoeken van een peuterspeelzaal verbetert de startpositie waarmee kinderen instromen in het basisonderwijs. Gemeenten krijgen hiervoor extra middelen van het rijk voor de periode 2016-2021. Deze middelen worden jaarlijks verhoogd met 10 miljoen euro tot een bedrag van jaarlijks 60 miljoen (landelijk). Voor de gemeente Venlo loopt het bedrag op van € 58.000 in 2016 naar € 353.000 in 2021. Hiervoor moeten wij voor de peuters waarvan de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, het bezoeken van een peuteropvang/peuterspeelzaal mogelijk maken. Het rijk financiert via de kinderopvangtoeslag de opvang van kinderen van werkende ouders in alle voorschoolse voorzieningen (peuteropvang, peuterspeelzaal en kinderdagverblijven). Hiervoor zou per 1 januari 2018 de Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk worden ingevoerd. Echter, als gevolg van de (lopende) kabinetsformatie is het niet duidelijk wanneer deze wet van kracht wordt.

Kinderen met een taal-en/of ontwikkelingsachterstand krijgen extra begeleiding middels voor- en vroegschoolse educatie (VVE) op een VVE-gecertificeerde peuterspeelzaal of VVE-gecertificeerd kinderdagverblijf. Deze begeleiding kan ook in de groepen 1 en 2 van het primair onderwijs worden geboden. VVE vormt samen met de zogenoemde schakelklassen in het primair onderwijs de uitvoering van het Lokale Onderwijs Achterstandenbeleid in Venlo.

Het ‘dossier’ Onderwijsachterstandenbeleid is door het (huidige) demissionaire kabinet controversieel verklaard. Wij hebben op dit moment dan ook geen eenduidig inzicht in de eventuele financiële effecten hiervan voor 2018 en verder. Er moet vanaf 2018 echter rekening worden gehouden met een korting op het landelijke budget voor gemeenten van mogelijk 40 miljoen euro. Daarnaast wordt er een nieuwe ‘schoolgewichtenregeling’ voorbereid. Deze kan consequenties hebben voor de bekostiging van het aantal kinderen met een taal- en/of ontwikkelingsachterstand in het basisonderwijs.

Passend onderwijs

Passend onderwijs beoogt dat zo veel mogelijk leerlingen onderwijs kunnen volgen in een thuisnabije omgeving. Zo worden ze het best voorbereid op een vervolgopleiding en kunnen ze zo goed mogelijk meedoen in de samenleving. Indien het voor hen passend is, kunnen kinderen naar een speciale onderwijsvoorziening (speciaal onderwijs en voortgezet speciaal voortgezet onderwijs). Hier worden deze kinderen zo goed als mogelijk voorbereid om mee te doen in en aan de samenleving. De positieve uitkomsten van passend onderwijs zullen uiteindelijk zichtbaar moeten worden in de volgende maatschappelijke resultaten:

· Meer jongeren behalen een startkwalificatie;

· Meer jongeren verwerven duurzaam een inkomen naar vermogen uit arbeid;

· Meer jongeren participeren actief in de samenleving.

Deze uitkomsten zijn alleen haalbaar als gemeente, onderwijs en ouders/verzorgers samen investeren in een sluitend systeem voor passende ondersteuning voor jeugdigen. Hiervoor hebben het Voortgezet Speciaal Onderwijs/Praktijkonderwijs, UWV en gemeente Venlo afspraken gemaakt om jongeren zo veel als mogelijk vanuit school richting arbeid/inkomen en/of participatie/meedoen te brengen. Daarbij wordt waar mogelijk gebruik gemaakt van bestaande netwerken (Baanwijs).

Wij zetten ons nadrukkelijk in om scholen (primair onderwijs) ertoe te bewegen om onderwijs van c.q. in de Duitse taal aan te bieden zoals ook is verwoord in het coalitieprogramma ‘Verbinden vanuit vertrouwen en verantwoordelijkheid’. Hierbij sluiten we waar mogelijk aan bij Europese en landelijke programma’s en maken we gebruik van de ervaringen van het voortgezet onderwijs in Venlo. In schooljaar 2017-2018 steunen wij een pilotproject binnen het primair onderwijs om kennis te maken met de Duitse taal en cultuur. Deze pilot wordt mede gefinancierd met een Interreg-subsidie. In de tweede helft van 2016 is ook de provincie Limburg gestart met het verder stimuleren van het aanbieden van Duits taalonderwijs binnen het primair onderwijs. In 2018 zullen wij de ervaringen vanuit de pilot en de ‘stimulans’ vanuit de provincie Limburg bundelen om te komen tot een bredere uitrol van Duits taalonderwijs binnen de scholen in Venlo.