Bevorderen agrofood, logistiek en maakindustrie

Verhouding kosten producten binnen programma

Financien Naar programmabegroting

Wat willen we bereiken?

De in het programma geformuleerde tactische doelstelling luidt:

Het bevorderen van de regionale economie op het gebied van agrofood, logistiek en maakindustrie

Het bevorderen van de regionale economie is primair gericht op de krachtige aanwezige speerpuntsectoren logistiek, agribusiness, maakindustrie en de cross overs tussen deze sectoren. C2C (innovatieve economische concepten) en sustainability vormen de rode draad voor de regionale economie.

Bedragen x 1000

IndicatorJR 20162018201920202021
Aantal arbeidskrachten die beroepsmatig minimaal 12 uur per week betaalde activiteiten verrichten (inclusief uitzendkrachten, maar exclusief seizoensarbeid) binnen de agrarische sector, industrie en logistiek (vervoer & opslag en groothandel)0,0024.800,0025.000,0025.300,0025.500,00
Aantal arbeidskrachten die beroepsmatig minimaal 12 uur per week betaalde activiteiten verrichten (inclusief uitzendkrachten, maar exclusief seizoensarbeid) binnen de agrarische sector, industrie en logistiek (vervoer & opslag en groothandel). Bron: LISA. Meest actuele cijfer heeft betrekking op 2014. Cijfers 2018-2021 betreft een raming op basis van een groeiambitie van 1%, uitgaande van de stand 2014. CPB (2015) gaat uit van maximaal 0,7% werkgelegenheidsgroei per jaar in de periode 2001-2020 (scenario Global Economy). Door het ontbreken van gegevens over 2015 en 2016 is niet vast te stellen of de ambitie is gerealiseerd. Overigens stelt het LISA deze data per sector niet meer gratis ter beschikking. Momenteel wordt met het CBS gekeken naar vervangende cijfers. Kijkende naar de totaal cijfers van de werkgelegenheid is de verwachting dat de cijfers afgenomen zijn. Van 2015 naar 2016 zien we een stabilisatie.
Betreft het aantal arbeidskrachten die beroepsmatig minimaal 12 uur per week betaalde activiteiten verrichten (inclusief uitzendkrachten) op het moment van de start van bedrijfsactiviteiten van bedrijven die zich vestigen op een nieuw uitgegeven bedr0,000,000,000,000,00
Betreft het aantal arbeidskrachten die beroepsmatig minimaal 12 uur per week betaalde activiteiten verrichten (inclusief uitzendkrachten) op het moment van de start van bedrijfsactiviteiten van bedrijven (binnen de speerpuntsectoren) die zich vestigen op een nieuw uitgegeven bedrijfskavel op de eigen bedrijventerreinen van de gemeente Venlo en dus niet de werklocaties waarvoor DCGV/TPN/VGP aan de lat staat. Deze indicator is gerelateerd aan het begin 2015 vastgestelde acquisitieplan 2015-2017. Derhalve slechts voor de jaren 2015-2017 een raming is opgesteld, die afgeleid is van de doelstellingen in het acquisitieplan. Voor 2016 zijn nog geen gegevens beschikbaar. Voor de periode 2018-2021 is vooralsnog geen ambitie geformuleerd omdat er (nog) geen middelen beschikbaar zijn voor acquisitie voor die periode (zie claim).

Wat gaan we daarvoor doen?

Onze ambities reiken verder dan 2018. Om die langere termijnambities waar te maken, worden in 2018 de volgende concrete inspanningen geleverd en de daaropvolgende jaren doorgezet:

1. Ondersteuning vorming netwerken speerpuntsectoren

De gemeente Venlo blijft in 2018 de (door)ontwikkeling van regionale (cross)sectorale (triple helix) platforms, (waaronder SMART LCV, Technovalley, etc.) en uitvoeringsprogramma’s stimuleren en de Development Board (EDB) faciliteren. Daarnaast zal de samenwerking met het CBS verder worden verdiept en waar mogelijk verbonden aan ondernemersinitiatieven.

2. Versterken relatiebeheer binnen speerpuntsectoren

Evenals voorgaande jaren zullen de ondernemersverenigingen worden ondersteund, waarbij vooral zal worden ingezet op strategische samenwerking. Mede om de ondernemersverenigingen te betrekken bij de Campus, BING en sectorale uitvoeringsprogramma’s en gezamenlijk de branding en promotie ter hand te nemen. Via casemanagement zal de gemeente ook bedrijfscontacten met individuele bedrijven blijven onderhouden. Doel is kennis van de sector behouden en waar mogelijk ondernemers verzien van trends & ontwikkelingen.

Aangetekend wordt dat er in 2018 middelen uit het onderdeel relatiebeheer worden gebruikt voor procesmatige inzet voor het uitvoeringsplan Centrum Blerick (programma 8 Ontwikkeling Centrumstad). Het is evident dat hierdoor minder capaciteit kan worden ingezet op relatiebeheer.

3. Ondersteunen van innovatiestimulering speerpuntsectoren

We zullen vraaggestuurd en flexibel anticiperen op innovaties en nieuwe behoeften. Er worden daartoe nieuwe innovatieprogramma’s opgezet en uitgevoerd. Vanuit haar intermediaire rol tussen bedrijfsleven en onderwijs en betrokkenheid bij de Campus en het BING zal Venlo de vorming van innovatieprogramma’s ondersteunen. In 2017 zijn de eerste onderzoeks- en innovatiefaciliteiten op de campus gerealiseerd. In 2018 gaan we nieuwe ondernemers hier aan proberen te verbinden.

Uiteraard zal ook na het C2C-jaar bij het ondersteunen van innovatiestimulering speciale aandacht worden geschonken aan de innovatieve economische concepten, gebaseerd op C2C en sustainability, als unique selling point van de regio. Het project Regionomics (C2C Inspired Business) dat in 2017 is gestart krijgt in 2018 vervolg. Dit gebeurt mede vanuit het regioprogramma “Werken aan de Regio Venlo 2015-2018. Vanuit dit regioprogramma faciliteert (de regio) Venlo de Campus, maar vooral het BING dat zich vooral richt op toegepast onderzoek en innovaties.

Aangetekend wordt dat in 2018, evenals in 2017, geen financiële middelen zijn opgenomen in de begroting voor startersstimulering speerpuntsectoren.

4. Versterken C2C / sustainability speerpuntsectoren

Cradle to Cradle’ (C2C) vormt een belangrijke, zo niet de belangrijkste rode draad in de Strategische visie 2030. C2C is bepalend voor het onderscheidend vermogen en de economische kracht van de stad. Letterlijk staat er in onze visie: “Het Cradle to Cradle-gedachtengoed is geen doel op zich zelf maar een onderscheidend kwaliteitsaspect van de bestaande regionale bedrijvigheid. Innovatiekracht is daarmee het vermogen om, geïnspireerd door C2C, de bestaande activiteiten, logistiek, agri-business en ICT kwalitatief te verbeteren.”.

Steeds meer (clusters van) bedrijven in de regio Venlo, waaronder op de Brightlands Campus Greenport Venlo, zetten het gedachtengoed van C2C, Blue Economy, Circulaire economie et cetera in om hun innovatiekracht en onderscheidend vermogen te vergroten. De Economic Development Board (EDB) onderschrijft het economisch belang hiervan.

In de begroting is een claim voor uitvoering van het ‘Invoeringsprogramma Cradle to Cradle’ opgenomen om onze ambities na het succesvolle C2C jaar te kunnen continueren. Vanuit het motto ‘blijf innoveren’ zal actief worden gezocht naar aansluiting bij nieuwe ontwikkelingen die Cradle to Cradle als economische factor kunnen versterken, bijvoorbeeld Smart City-concepten. Bij eventueel benodigde middelen ter uitvoering van de raadsmotie ‘C2C/Circulaire faculteit in Venlo’ (juni 2017) kan, zij het zeker niet uitsluitend, naar deze programmamiddelen gekeken worden. Voor 2018 zullen geen separate middelen beschikbaar zijn voor het versterken van C2C / sustainability speerpuntfactoren. Deze maken deel uit van de claim voor uitvoering van het ‘Invoeringsprogramma Cradle to Cradle’.

Omdat het 'Invoeringsprogramma Cradle to Cradle' een veel bredere scope heeft dan alleen het versterken van C2C / sustainablility speerpunten, zal in 2018 een nieuw collegeproduct worden vastgesteld.

Wij zullen daarbij onze partners waar, en zo maximaal mogelijk op een interactieve wijze betrekken.