Wat willen we bereiken?
De tactische doelstelling: de (meerjaren)begroting is voldoende wendbaar om tijdig te kunnen anticiperen op nieuwe ontwikkelingen. De onroerend zaakbelasting is een belangrijke inkomstenbron voor de gemeente die een bijdrage levert aan deze doelstelling. Het gemeentebestuur bepaalt zelf wat de hoogte van de onroerend zaakbelasting is.
Het woonlastenprincipe is losgelaten. Dit betekent dat stijgingen of dalingen in de riool- afvalstoffenheffingen ontkoppeld zijn van de OZB. Vanaf de kadernota 2016 is besloten om als uitgangspunt voor de OZB opbrengsten te kiezen voor een stabiele inkomstenraming. Hierbij geldt dat de OZB-raming met niet meer dan het inflatiepercentage gecorrigeerd mag worden.
Bedragen x 1000
Indicator | JR 2016 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
---|---|---|---|---|---|
N.N.B. | 98,00 | 98,00 | 98,00 | 98,00 | 100,00 |
De OZB vormt voor de gemeente de belangrijkste eigen inkomstenbron. De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk zich verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Het geeft weer wat de ruimte is om belastingen te verhogen t.o.v. het landelijk gemiddelde. De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen, wordt gerelateerd aan de totale woonlasten. Onder de woonlasten wordt verstaan de OZB, de rioolheffing en reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde waarde in die gemeente. De streefwaarde bedraagt <=105%. |
Producten binnen het programma
Uitkeringen gemeentefonds
€ 0 € 119.720.176
Integratie uitkering sociaal domein
€ 0 € 98.612.487
Onroerende zaakbelasting
€ 390.360 € 34.952.975
Overige belastingen
€ 804.915 € 2.148.698
Post onvoorzien
€ 538.500 € 0
Financiering
€ 4.368.423 € 4.066.997
Overige algemene dekkingsmiddelen
€ 40.604.843 € 46.909.505
Overheadkosten
€ 36.097.966 € 588.238
Wat gaan we daarvoor doen?
- Voor 2018 is het inflatiepercentage vastgesteld op 2,1%. Op basis van de beleidsuitgangspunten wordt er van uitgegaan dat de OZB - opbrengstenraming met maximaal 2,1% mag worden gecorrigeerd. De tarieven worden berekend op basis van de begrotingscijfers en in de verordening opgenomen.
- Heffing en invordering van de belastingen is ondergebracht in de Gemeenschappelijke Regeling BsGW.
- In de paragraaf Lokale heffingen van de programmabegroting 2018-2021 wordt uitgebreid ingegaan op het totaal van de lokale heffingen en worden deze in samenhang bezien.
Producten binnen het programma
Uitkeringen gemeentefonds
€ 0 € 119.720.176
Integratie uitkering sociaal domein
€ 0 € 98.612.487
Onroerende zaakbelasting
€ 390.360 € 34.952.975
Overige belastingen
€ 804.915 € 2.148.698
Post onvoorzien
€ 538.500 € 0
Financiering
€ 4.368.423 € 4.066.997
Overige algemene dekkingsmiddelen
€ 40.604.843 € 46.909.505
Overheadkosten
€ 36.097.966 € 588.238
Wat mag het kosten?
Bedragen x 1000
Collegeproduct | Baten / Lasten | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
---|---|---|---|---|---|
Onroerende zaakbelasting | Baten | 34.953 | 34.953 | 34.953 | 34.953 |
Lasten | 390 | 385 | 385 | 384 | |
Totaal Onroerende zaakbelasting | 34.563 | 34.568 | 34.568 | 34.569 |
Producten binnen het programma
Uitkeringen gemeentefonds
€ 0 € 119.720.176
Integratie uitkering sociaal domein
€ 0 € 98.612.487
Onroerende zaakbelasting
€ 390.360 € 34.952.975
Overige belastingen
€ 804.915 € 2.148.698
Post onvoorzien
€ 538.500 € 0
Financiering
€ 4.368.423 € 4.066.997
Overige algemene dekkingsmiddelen
€ 40.604.843 € 46.909.505
Overheadkosten
€ 36.097.966 € 588.238